Suzanne Boomsma: 'Passend onderwijs gaat over leren omgaan met verschillen'
 

(vervolg van pagina 1)

De column van Merel van Vroonhoven 'Laat de kwetsbaarste leerlingen niet het kind van de rekening worden' riep vele reacties op, waarvoor dank. Ze scherpen voor Balans de afwegingen en de keuzes waar we als oudervereniging voor staan. Juist omdat de berichten uiteenlopend van aard zijn. We willen in de lobby met betrekking tot passend onderwijs voor het perspectief van kinderen staan, en evenzo voor het perspectief van de ouders.

Balans staat voor inclusief onderwijs dat leerlingen past. Leerlingen die goed onderwijs krijgen van docenten, die daartoe zijn geschoold. En die vanuit de eigen schoolorganisatie de ondersteuning krijgen die daarvoor nodig is. Wordt dat niet vanuit een samenwerkingsverband, of vanuit de school zelf gefaciliteerd dan is er eigenlijk sprake van ‘slecht werkgeverschap’.

Het kunnen omgaan met verschillen tussen kinderen kan alleen werken binnen speciaal en regulier onderwijs als de schoolorganisatie ook flexibel is ingericht: één docent voor een grote klas zonder een ondersteunend team in de klas of daaromheen, is professioneel gezien onuitvoerbaar. Docenten moeten kunnen variëren met groepsgrootte afhankelijk van de activiteit die ze met kinderen doen en met wie. Een instructie kan in een grote groep, begeleiding van kinderen om die instructie te begrijpen moet vaak kleinschaliger.

Kinderen zijn “levend materiaal” en vragen - afhankelijk van hun leermogelijkheden - om extra aandacht en bepaalde expertise. Vergelijk een school eens met een ziekenhuis: daar werken professionals in teamverband, in verschillende afdelingen waarbij low-care, medium-care en high-care ondersteuning wordt geboden, al naar gelang de complexe behoeften van een kind op dat moment, in die situatie. Al zien we het onderwijs zeker niet als een zorgorganisatie, we kunnen er wel van leren hoe je je organisatie inricht rondom verschillen tussen kinderen inclusief het schoolgebouw.

Bijvoorbeeld: Combineer een aantal klassen en maak vier docenten en onderwijsassistenten als kernteam verantwoordelijk voor alle lessen en houdt al die leerlingen in de gaten (low care). Is er een groepje leerlingen dat moeite heeft met rekenen? Dan is medium-care mogelijk. Heeft het kind tijdelijk 1 op 1 begeleiding nodig, is dat high care. Zorg voor een stilteplek waar het heel gewoon wordt om je begeleid terug te kunnen trekken (medium care) etcetera. En korte lijnen met experts of gespecialiseerde centra wanneer intensieve ondersteuning voor een leerling nodig is om dagelijks te functioneren, voor het kan leren et cetera. Als je organisatie dát kan bieden, dan heb je de expertise voor inclusief onderwijs in huis, want geen kind valt buiten de boot en elke docent weet zich gesteund in lastige situaties. Dan mag je jezelf deskundig noemen op het terrein van passend onderwijs.

Wat blijkt in Nederland? De scholen die bij de invoering van deze wet in augustus 2014 maatregelen namen, om de eigen organisatie zo professioneel in te richtten, die scoren nu goed. Dat begint met investeren in al je professionals: bijscholing, herscholing, omscholing. Professioneel werken vraagt ook om samen te werken met andere disciplines, om elkaar de les te lezen. En te weten wanneer de grens van eigen kunnen is bereikt, en daarin gesteund te worden.

Passend onderwijs gaat over leren omgaan met verschillen. Dat zagen we terug bij de uitreiking van de drie Balans Awards in 2019, aan bijvoorbeeld het Clusius College in Hoorn. Scholen die kunnen variëren per leerling in het ondersteuningsaanbod, met docenten, mentoren, assistenten en experts die weten wanneer ze elkaar nodig hebben. Als je dat punt bereikt in je organisatie, pas dan is sprake aldus Balans, van inclusief onderwijs.


Suzanne Boomsma, directeur Oudervereniging Balans
Oudervereniging BALANS
Weltevreden 4a
3731 AL De Bilt

T (030) 225 5050
 
 
Website  |   Contact
 
 
...